Sophie Opel, de weduwe van Adam Opel, die in 1895 overleed, begon in datzelfde jaar wagens te produceren in de fabriek waar hij zijn naaibedrijf had. in zijn naaifabriek in 1895. Ze kocht de Anhaltische Motor Factory van de slotenmaker van het hof, Friedrich Lutzmann van Dessau, die het allereerste gemotoriseerde transportmiddel van Rüsselsheim introduceerde op de IAA Berlijnse autobeurs, twee jaar later. in 1897. Eerst maakte het bedrijf verscheidene koetswerken en soorten motoren. In 1902 introduceerden ze een eigen innovatie: een twee-cilinder motorsysteem, en in 1904 een vier-cilinder versie. Na een overwinning bij een sportrit in 1907, werd Opel de officiële leverancier van de keizer van Duitsland. In 1912 maakte de producent 3000 wagens, en ze maakten personenwagens gedurende de gehele periode van WOI. Later was Opel de allereerste producent in Duitsland met een lopende band.
In 1928 stond de teller van wagens die vervaardigd waren door Adam Opel KG (commanditaire vennootschap) al op 43.000, wat betekende dat het de bestverkopende Duitse autoproducent was. In 1928 wisselden ze van legale constructie, en werden een naamloze vennootschap (NV). De zonen van Sophia Opel deden hun aandelen in het bedrijf van de hand aan General Motors, de autoproducent uit Amerika. In 1931 was de hele ondernemingsgroep in het bezit van het bedrijf uit Amerika!
In 1937 was Opel de bestverkopende autofabrikant in Europese landen, met ruim 137.000 vervaardigde wagens. In 1938 waren ze het grootste divisieverdiener voor het Duitse Rijk van de nationaal socialistische partij. De productielocatie was bezit van een Amerikaans bedrijf, maar toch stopte het bedrijf met het maken van personenwagens in WOII, en maakten ze wagens en wapens voor de militaire macht. In 1944 liepen allebei de productielocaties in Rüsselsheim en Brandenburg zeer veel schade op door bombardementen van de geallieerden. In 1945 lag de productie van Opel helemaal stil. De reparatieafspraken moesten nageleefd worden, dus kwam er een besluit om de productie van de Kadett in 1946 naar de Soviet-Unie te verhuizen. De Kadett werd daar vervaardigd, met de benaming Moskwitsch 400.
General Motors nam het beheer van de vereniging in november 1948 en in de 50’er jaren waren de types Rekord, Olympia en Olympia Rekord de bestverkopende auto’s op de Duitse markt, samen met de Kever van Volkswagen. Het bedrijf had een gloednieuwe productielocatie in Bochum, waar ze een nieuwe variant van de Kadett maakten, verkrijgbaar als sedanwagen, familiewagen en sleurhut.
In de 90’er jaren wilde de directeur Lopez besparen, en dit het daling van de kwaliteit en reputatieverlies voor het label tot gevolg, wat goed van pas kwam voor de vooraanstaande rivaal Volkswagen. Het bedrijf heeft nu 13 types in de aanbieding; waaronder de zeer compacte wagens Adam, Corsa, Astra, Ampera, Cascada, en de Insigna uit het middensegment. De MPV Meriva, de laadbakwagen Zafira, de terreinwagen Mokka en de compacte trucks Vivaro en Movano zijn tegenwoordig ook te koop.
Als de wagen meer dan 150.000 kilometer gereden heeft, zou het kunnen dat het chassis onderhevig wordt aan problemen. De binnenzijde en het motorsysteem kunnen ook moeilijkheden krijgen door de besparingen. Hierdoor gingen de componenten minder lang mee dan normaal. Alle reservecomponenten die u nodig heeft, vindt u in onze webshop.
