Tot ongeveer de helft van de 90’er jaren hoorden airconditioningssystemen bij de bijzondere uitrusting, tegen extra betaling. Tegenwoordig zitten airconditioningssystemen standaard in hedendaagse personenwagens. Hierdoor worden de schuifdeuren en de zonnedaken van wagens steeds vaker naar de achtergrond gedrongen, aangezien het airconditioningssysteem alleen werkt als de ruiten dicht zitten. Als de chauffeur deze aanzet, wordt het koudemiddel in het koelingssysteem onderhevig aan compressie. De zuigpressie is 1,2 bar, en na afloop van het samenpersen 16 bar. Het verhitte gas wordt daarna door middel van de slang (koelingskringloop) naar de condensor getransporteerd. Daar wordt de warmtegraad lager gemaakt, en het gas wordt een vloeistof gemaakt.

Het functioneren van de airco in de personenwagen is vergelijkbaar met die van uw koelkast. Als u uw koelkast om kunt draaien, en u doet dit, dan kunt u de condensor zien. Aan de achterkant zitten slangen met kleine platte lamellen; dit is dus de condensor! Bij personenwagens is dit precies zo, deze condensor is alleen veel kleiner. Er zit heel vaak een kleine axiale fan op de condensor, voor de nodige koele luchtstroming.

Normaal gesproken zit de condensor in voorin de ruimte van de motor, in de buurt van de vloeistofkoeling van het motorsysteem. Het komt ook voor dat het direct achter het dashboard bij de airco zit.

Als de condensor van uw wagen kapot is, dan kunt u dit bestanddeel voordelig in onze webshop aanschaffen. Daarbij bieden wij ook overige bestanddelen van het systeem van de airco, waaronder compressoren, expansiekleppen en drogers.