Door de regelgeving voor uitstoot zijn de standaard motoren op benzine van personenauto’s aan het einde van de 80’er jaren vervangen door injectiemotoren. Anders dan de motor op benzine, waarbij het vormproces van de mix amper beïnvloed kan worden, is het lucht-brandstof mengsel van vers gas naar verhouding exact gekeurd in motorsystemen met een systeem voor de injectie van brandstof.

Motoren van voertuigen hebben meestal motoren op benzine of op diesel. Bij motoren op benzine komt de brandstof meestal in het systeem van de inlaat, of voor de inlaatklep van het motorsysteem, ingebracht door het injectiesysteem, en bij de toevoer van brandstof bij een motor op diesel gebeurt dit direct in de verbrandingsruimte of de voorruimte. Motoren op benzine hebben de laatste 20 jaar een rechtstreekse brandstofinjectie gekregen, en de verbrandingsruimte kracht bijgezet. Een minpunt hieraan is de hoge temperatuur waar de injectoren van de brandstof mee te maken krijgen. Iedere buis heeft een onafhankelijke rechtstreekse injector, die via een brandstofslang met de centrale injectiepomp verbonden is.

Om te zorgen voor eenduidige hoeveelheid brandstofinjectie, moeten alle pompslangen naar de injectoren exact dezelfde lengte hebben, zodat er geen sprake zal zijn van pressieverschillen, die veel impact hebben op de uitstoot. Dit probleem is verholpen door de ontwikkeling van het unit-injectorsysteem voor motoren op diesel. Hierbij heeft iedere buis een onafhankelijke injectiepomp, die direct de pressie levert en deze naar de injectoren overbrengt.

Bij het common railsysteem wordt de pressie in een algemene houder gecreëerd en via injectoren in een algemene cilinder ingespoten.

Als u een ventiel, injector of een pomp voor uw voertuig zoekt, kunt u deze goedkoop in onze webshop vinden.